Jeremia 35:6

SVMaar zij zeiden: Wij zullen geen wijn drinken; want Jonadab, de zoon van Rechab, onze vader, heeft ons geboden, zeggende: Gijlieden zult geen wijn drinken, gij, noch uw kinderen, tot in eeuwigheid.
WLCוַיֹּאמְר֖וּ לֹ֣א נִשְׁתֶּה־יָּ֑יִן כִּי֩ יֹונָדָ֨ב בֶּן־רֵכָ֜ב אָבִ֗ינוּ צִוָּ֤ה עָלֵ֙ינוּ֙ לֵאמֹ֔ר לֹ֧א תִשְׁתּוּ־יַ֛יִן אַתֶּ֥ם וּבְנֵיכֶ֖ם עַד־עֹולָֽם׃
Trans.wayyō’mərû lō’ nišəteh-yyāyin kî ywōnāḏāḇ ben-rēḵāḇ ’āḇînû ṣiûâ ‘ālênû lē’mōr lō’ ṯišətû-yayin ’atem ûḇənêḵem ‘aḏ-‘wōlām:

Algemeen

Zie ook: Rechabieten, Wijn / most

Aantekeningen

Maar zij zeiden: Wij zullen geen wijn drinken; want Jonadab, de zoon van Rechab, onze vader, heeft ons geboden, zeggende: Gijlieden zult geen wijn drinken, gij, noch uw kinderen, tot in eeuwigheid.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּאמְר֖וּ

Maar zij zeiden

לֹ֣א

-

נִשְׁתֶּה־

drinken

יָּ֑יִן

Wij zullen geen wijn

כִּי֩

-

יוֹנָדָ֨ב

want Jónadab

בֶּן־

de zoon

רֵכָ֜ב

van Rechab

אָבִ֗ינוּ

onze vader

צִוָּ֤ה

heeft ons geboden

עָלֵ֙ינוּ֙

-

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

לֹ֧א

-

תִשְׁתּוּ־

drinken

יַ֛יִן

Gijlieden zult geen wijn

אַתֶּ֥ם

-

וּ

-

בְנֵיכֶ֖ם

gij, noch uw kinderen

עַד־

tot

עוֹלָֽם

in eeuwigheid


Maar zij zeiden: Wij zullen geen wijn drinken; want Jonadab, de zoon van Rechab, onze vader, heeft ons geboden, zeggende: Gijlieden zult geen wijn drinken, gij, noch uw kinderen, tot in eeuwigheid.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!